Reisplakboek

Amna en de watermeloen

De situatie: We bevinden ons in Sudan, Sudan met de zeer verschillende woestijnlandschappen en de rustige, vriendelijke en heel gastvrije mensen, met hun mooie fijn gesneden gezichten.
We zijn op weg naar het noorden en we willen vandaag rijden tot Atbara, de plaats waar het asfalt ophoudt. Maar het is al laat en we rijden het laatste stuk in het donker.
Dat is eigenlijk niet veilig, maar het moet maar even.


Eénmaal in Atbara zoeken we een slaapgelegenheid en we komen bij de universiteit terecht. Behalve een prima kamer voor een nette prijs, vinden we daar ook een studente Engels, die ons hartelijk verwelkomt en min of meer onder haar hoede neemt: Amna Hadj Ali.
Het is moeilijk te zeggen hoe oud ze is, ik schat haar een jaar of negentien. Ze draagt een hoofddoek zoals de meeste vrouwen hier. Alleen op het terrein van de universiteit zien we wel eens meisjes zonder. Ze spreekt goed Engels, ongeveer op het nivo van een eindexamenkandidaat havo; ruimschoots genoeg voor de uitwisseling van een heleboel nieuwsgierige vragen over en weer, en van grapjes.


Amna leidt ons, de volgende dag (we willen een dagje blijven om te wassen en ons te orienteren op de piste die voor ons ligt) achtereenvolgens naar mister Kenny (een leraar die Engels geeft en ooit in Nederland geboren is), naar de plaatselijke dierentuin waar ze kunnen bogen op het bezit van een struisvogel, naar het beroemde locomotievenkerkhof, naar de zeer kleine pont over de Nijl die we de volgende dag zullen nemen, en naar een prima klein restaurantje.
We eten goed: foel, salade en batata. Dan vraagt Amna: is er nog iets waar jullie zin in zouden hebben? Nou, zeggen we (razendsnel nadenkend, niets vragen is onbeleefd, en iets te moeilijks vragen is vervelend), we hebben wel zin in watermeloen.
Uit het niets komt een klein jongetje, dat instructies krijgt, en al heel gauw terug is met een grote watermeloen. Die wordt meteen ter plekke aangesneden.
Medegebrachte etenswaren mogen hier gerust genuttigd worden, mits u een betalende klant bent.
Zoals al het plaatselijke fruit, smaakt de watermeloen heerlijk: fris, rijp, zoet zoet zoet. We eten hem samen met Amna en mister Kenny, en het jongetje krijgt ook een stuk.

Als hij bijna op is, zegt Amna: Nu moet je elke keer als je later nog eens een watermeloen eet, even denken: Deze meloen smaakt heel lekker, maar hij is niet zo lekker als die die ik samen met Amna heb gegeten. En daar heb ik me sindsdien aan gehouden.

Terug naar de index